Esdorp ten noorden van Hoogeveen, ten zuiden van Beilen en ten westen van Wijster, gelegen aan de oostzijde van de rijksweg A28. Spier heeft veel campings, hotels en restaurants.

Ten zuiden van Spier liggen de Esch van Spier en het Spieringerveld (vnl. weiland, ook bouwland).

Bronnen vermelden: in Spehoerne (1212-1213), Spehorne (1217), Spyrhoren (1550), Spyer (1550). De plaatsnaam is afgeleid van spieden, vorsen en betekent: de uitkijkhoek, waarschijnlijk ook van spij = wijd, ruim (Gronings). De naamsontwikkeling is waarschijnlijk als volgt verlopen: Spehorne, Spiorne, Spierne, Spierre, Spier.

21-20030729-tenbuurDe geschreven geschiedenis van Spier gaat terug tot het begin van de 13de eeuw. In de 17de eeuw telde het dorp 12 huisplaatsen, vergelijkbaar met Eursinge, Halen en Holthe. Tot 1688 vormde het met Wijster en Drijber de Zuiderkluft van het kerspel Beilen; in dat jaar viel deze in drie marken uiteen. In 1612 waren er 45 ingezetenen, in 1830 waren er 97 inwoners, in 1889 waren er 140 en in 1986 telde Spier 264 bewoners. In de 19e eeuw stond te Spier reeds een zgn. bijschool; deze werd in 1881 gesloten, omdat daardoor een hulponderwijzer kon worden uitgespaard. De leerlingen gingen daarna naar Wijster, waar een nieuwe school was gebouwd. Na 1960 (ontginning Spieringerveld, plaatselijk bekend als de Grondsels) werden bestaande boerenbedrijven vanuit het dorp naar het buitengebied verplaatst. Bekende oude Spieringer geslachten zijn o.a Roelof en Harm Oosting, familie Reinds, Gerding en Nijmeijer.

Tijdens de bevrijding van Spier op 11 april 1945 is er hevig gevochten tussen de Geallieerden en de Duitsers. Twee parachutisten kwamen hierbij om het leven. Aan Duitse zijde viel ook een groot aantal doden.

Het boek 'Geschiedenis van Spier' van G.J. Dijkstra en M.A.W. Gerding verscheen op 15 oktober 1989.