13-hvgb-hooghalen-006Hooghalen is een esdorp met ongeveer 940 inwoners.
Hooghalen ligt op de flank van de hoge zandgronden. Het ligt boven een zoutdiapier

Voorzieningen

Het dorp Hooghalen telt een Nederlands Hervormde, een Gereformeerde Kerk vrijgemaakt en een Gereformeerde Kerk en heeft daarnaast een Gereformeerde Gemeente. Andere voorzieningen in het dorp zijn: sportvelden, een openbare basisschool, een supermarkt met postagentschap, een bakker en nog enkele andere winkels en horecagelegenheden. Hooghalen is ondanks de ligging aan de A28 en de spoorlijn Meppel - Groningen niet zo makkelijk bereikbaar: er is namelijk geen afrit van de snelweg, noch een station aan de spoorlijn.

Omgeving

De omgeving van Hooghalen is zeer de moeite waard. Aan de noordrand van het dorp ligt een klein bosgebied, 't Witte Zand. Ten oosten van het dorp ligt niet alleen de bescheiden es, maar ook een groot natuurgebied: de Boswachterij Hooghalen. Dit bestaat niet alleen uit naaldbos, maar ook uit een hoogveengebied (het Hingstveen) en heidevelden. Het kampterrein Kamp Westerbork lag midden in dit gebied, het Herinneringscentrum ligt aan de rand ervan. Het Heuvingerzand maakt eveneens deel uit van de boswachterij. Dat geldt niet voor het Groote Zand, een bos- en heidegebied ten noordoosten van Hooghalen dat in eigendom is van Het Drentse Landschap. Tussen Hooghalen en Hijken ligt het Hijkerveld, dat uit heidegronden, vennen, veenrestanten en loofbos bestaat. Tevens is hier een schaapskooi, waar de herder elke dag om half tien met zijn Schoonebekers naar de heide vertrekt. Om half vijf brengt hij de schapen terug naar de kooi.

Geschiedenis

De plaatsnaam komt in bronnen(1217,1334,1792) voor als Halen/Haolen en zou afgeleid kunnen zijn van afgelegen nederzetting en/of uitgedroogd schraal land. Hooghalen wordt omgeven door zandverstuivingen, het Grote zand, het Witte zand, het Haler zand en het Heuvinger zand. Dit duidt vaak op vroegere bewoning. Er zijn bij het Heuvinger zand en nabij het Hijkerveld dan ook restanten van een hunebed en grafheuvels gevonden. Bovendien zijn er op de Holtes plattegronden van boerderijen uit de Bronstijd gevonden. Vanuit de Middeleeuwen worden Hof van Haolen (kothus Nijsinge, Haevinge-erf) als Borg op de Holtesch genoemd. Tot de 18de eeuw werd er nog geen onderscheid gemaakt tussen Hooghalen en Laaghalen. Laaghalen is waarschijnlijk een middeleeuwse afsplitsing van Hooghalen. Pas in 1851/1855 komen de namen Hoog- en Laaghalen afzonderlijk op kaarten voor. Beide dorpen maakten onderdeel uit van de boermarke van Haelen. Pas in 1864 is de marke in tweeën gesplitst, hoewel de dorpen toen al zelfstandig functioneerden. In 1789 had Halen 81 inwoners en in 1900 tijdens de ontginningen 300.Bij de ontginning van de schrale Drentse gronden openbaarden zich nogal eens gebreksziekten. In Hooghalen werd door prof. J. Elema voor het eerst magnesiumgebrek onderscheiden. Dit werd benoemd als de Hooghalense ziekte. In 1870 kreeg Hooghalen een station aan de nieuw aangelegde spoorlijn Meppel-Groningen. In 1938 werd het vanwege te weinig klandizie gesloten. Van 1942 tot 1946 is er een afkoppeling van de spoorlijn naar kamp Westerbork geweest.

Hooghalen is ook als schildersdorp bekend. Toen in de 18de en 19de eeuw veel Haagse schoolschilders in Drenthe kwamen schilderen (Van Drielst, Van Mesdag, Van Houten, Van der Sande Backhuizen, enz.) kwam de Fransman Alfons Stengelin, 35 jaar, naar Hooghalen om het landschap in de omgeving te schilderen. Geert Kuiper, in wiens logement hij altijd verbleef, richtte in 1914 een schilderijenmuseum in zijn hotel in met ook veel werken van Stengelin. Hooghalen heeft ook een molen gehad die in 1915 helaas is gesloopt. De zuivelfabriek staat nog steeds in het centrum van het dorp en was van 1895 tot 1966 als zodanig in gebruik.

Al voor 1826 was er in Hooghalen een school waar ook de bekende Hijker onderwijzer Jacob Koerts Timmerman, een volgeling van dominee Hendrik de Cock, les gaf. Johan Hidding was een Hooghaler schrijver en Anne de Vries, eveneens schrijver van o.m.Bartje, woonde tijdens de oorlogsjaren op Klein Dennenrode in Hooghalen.

Door gevechtshandelingen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog is een aantal oude boerderijen in het dorpscentrum verwoest. Na de oorlog werd Hooghalen op bescheiden schaal uitgebreid met nieuwbouw. Het dorp veranderde langzaam van een agrarisch dorp in een forensendorp en veel boerderijen kregen een woonfunctie, een ontwikkeling die overal in Drenthe plaatsvond.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork werd in 1983 geopend en ligt in Oosthalen , zo'n drie kilometer van het voormalig kampterrein verwijderd. Het kamp zelf, dat na de oorlog eerst nog onder de naam Woonoord Schattenberg als opvangkamp voor Zuid-Molukkers dienst deed, werd begin jaren zeventig met de grond gelijk gemaakt. Sinds eind jaren zestig staat er een rij grote radiotelescopen, de Westerbork Synthese Radio Telescoop. Om storing van de waarnemingen te voorkomen, is gemotoriseerd verkeer en het gebruik van mobiele telefoons in de wijde omgeving niet toegestaan. Pas in de jaren zeventig zijn op het terrein ook herinneringstekens voor Kamp Westerbork aangebracht. Het bekendste zijn ongetwijfeld de omhoog krullende spoorrails van het Nationaal Monument Westerbork, die de spoorweg naar de dood symboliseren. Op het terrein is de landkaart van Nederland van 102.000 stenen aangebracht: één steen voor elk slachtoffer dat via Westerbork werd gedeporteerd en omkwam. Verder zijn op het terrein een verzetsmonument, de Jerusalem Stone, een steen waarin de eerste strofe van het gedicht de achttien dooden van Jan Campert en enkele reconstructies van het kamp te zien.

 

Cookies maken het eenvoudiger voor ons om onze diensten te leveren. Met het gebruik van onze diensten geef je ons toestemming om cookies te gebruiken.