Eursinge was een esdorp, de Halerbrug een wegdorp, ingeklemd tussen de bebouwde kom van Beilen en de Halerbrug. Eursing/Halerbrug telt ca. 125 inwoners. In 1946 stonden er 58 woningen in Eursinge en Halerbrug.
In 1634 Oversche, in 1851-1855 Eursinge, in 1899 Eursinge Beilen; ook wel als Eursingebeilen of Eursinge -Beilen geschreven. De betekenis luidt: over-es-ing = woonplaats, gelegen aan gene (andere) zijde van de es (vanuit Beilen bezien). Verwant aan de drie plaatsnamen Eursinge in Drenthe.
Vroeger een gehucht ter hoogte van de Esweg-Eursingerweg in de omgeving van de Drenthehal te Beilen. De boerderijen van Eursing zijn omstreeks 1970 afgebroken. Om de historische naam niet te vergeten, kreeg de bebouwing die zich uitstrekt van de bebouwde kom van Beilen tot Halerbrug de naam Eursing.
De 'Dikke Boom'(nu aan de Esweg) stond in de hof van 'Wubbeling' en was het symbool van Eursinge.
De eerste historische vermelding van Eursing bij Beilen dateert van 8 maart 1563. Leffert Brunsting heeft dan schade aan zijn rogge.
In het jaar 1612 is de eerste lijst met bewoners bekend: Mense Warrijs, Arend Derks, Steven Pigge en Willem Hendriks zijn de boeren met het meeste bouwland. Deze boeren bezitten tussen de 32 en 26 mudde bouwland, en zijn dus 'grote' of 'volle' boeren. Het geslacht Warrijs zou in de 18de en 19de eeuw veel invloed krijgen. De geslachten Warrijs en het andere Eursinger geslacht Luchies versmolten in de 18de eeuw door huwelijken met elkaar. Tot ver in de 20ste eeuw woonden nazaten van deze families in Eursinge, zoals de familie Wubbeling.
Jacob Wolting was wethouder in de gemeente Beilen en had begin 1900 na de notaris het hoogste inkomen. Aan de zuidzijde waren de boerderijen gelegen, aan de noordzijde stonden de keuterwoningen en de behuizingen van de dagloners/arbeiders. In 1642 hadden de boeren totaal 7,325 waardelen in Eursing.
Na het graven van het Oranjekanaal in de periode 1853–1861 en de verharding van de weg van Beilen naar Assen, in dezelfde periode aangelegd, werden er boerderijen aan de Halerbrug gebouwd. Willem Timmer uit Beilen stichtte hier een boerderij, evenals de familie Bakker. De familie Zuring kwam er ook wonen. De boerderijen werden uitgebreid door ontginning in oostelijke richting naar het Klateringer gebied en in westelijke richting naar Hijken. De spoorlijn werd in 1870 gerealiseerd. Hierdoor werden er overgangen aangelegd om de landbouwgronden in oostelijke richting te ontsluiten.
Het tolhuis ten noordwesten van de Halerbrug werd, gelijktijdig met de aanleg van de weg Beilen-Assen, in 1857 gebouwd. Hierin kwam een tolgaarder te wonen.
Door de gunstige ligging wat betreft het vervoer van goederen en personeel werd in 1899 de turfstrooiselfabriek van J.H. Kleibeuker in gebruik genomen. De grondstoffen (bolster) werden per schip aangevoerd, de pakken turfstrooisel werden per spoor afgevoerd. De fabriek werd in 1910 gesloten. Willem Woldering opende in 1917 in de fabriek een groentedrogerij. In 1920 ging de fabriek failliet en werd in 1922 verkocht. In 1922 werd bij de Halerbrug een spoorweghalte geopend.
Op kerstavond 24 december 1913 vond bij de Halerbrug een ernstig spoorwegongeluk plaats. Vijf reizigers, onder wie Mr. J. Cort van der Linden, de oudste zoon van de minister van Binnenlandse Zaken, vonden de dood en een aantal passagiers werd gewond.
In 1946 telt Eursing/Halerbrug 58 woningen.
In 2014 is een boek over Eursing uitgegeven "het Plattenveld" zie onder publicaties > boeken.