17-c1-hvgb-oosterstraat-007Buurtschap ten zuidoosten van Beilen. Ten noorden van het gehucht ligt in de weilanden nabij de Beilerstroom het moerasbos Baarwelsleek.

In 1543 vermeld in de passage Johan Leuijnghe to Beijlenne, in 1851-1868 geschreven als Lievinge. De betekenis van de plaatsnaam luidt: bij de lieden van de persoon Live, Lywe, Lieuwe, Liuwe, Leve, Lewe, Laiwe.

Lieving is evenals Ter Horst een kleine nederzetting, waarvan de eerste boerderijen gebouwd zijn vanuit Makkum. De ing-klank duidt op 'klein'. Vermoedelijk is de naam afgeleid van een geslachtsnaam. De eerste bewoners droegen de naam 'Levinge'.

Waarschijnlijk waren er eerst vijf volle erven in Lieving.

Bij de invoering van het kadaster in 1832 worden Lieving, Makkum en Ter Horst onder de sectie F vermeld. De totale oppervlakte van de drie gehuchten bedraagt 1265 ha.

In Lieving woonden rond 1830 veel keuters en arbeiders.

In het begin van de 19de eeuw stonden acht boerderijen in Lieving, waarin onder andere de familie Schippers woonde. Deze familie ging later ook naar Alting en Klatering.

In 1840 waren er 33 inwoners. In 1946 telde Lieving 58 woningen met een gemiddelde woningbezetting van vijf personen geeft dat een aantal inwoners van 290.

De nieuwe verharde weg van Beilen naar Westerbork kwam in 1865-1866 gereed. Er kwam toen dicht bij de grens met de gemeente Westerbork een tolhuis om door tolheffing de kosten van aanleg en onderhoud op te vangen. Dit huis staat er nog steeds.

Er is ook een wandelroute, het ommetje Holthe, Makkum en Lieving