Hoofddorp en esdorp van de voormalige gemeente Beilen en nu van de gemeente Midden-Drenthe (tot 1998 Beilen, tot 2000 Middenveld). Beilen heeft 9700 inwoners en 3720 woningen (2000). Ten zuiden loopt de Beilerstroom en ten westen het kanaal de Beilervaart. De Beilervaart werd in 1791 aangelegd en in1810 verbeterd, waardoor Beilen een aansluiting had op de Drentse hoofdvaart en daarmee met de rest van Nederland. Voor die tijd was dat van groot economisch belang. In 1926 werd het Linthorst-Homankanaal op de Beilervaart aangesloten. De kanalen worden nu echter niet meer als vaarweg gebruikt.
Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 20.000 jaar geleden rond Beilen al mensen woonden. Omstreeks 1000 werd Beilen al genoemd in oorkonden. In daarop volgende bronnen werd dit vermeld als: Bele (1139), de Beile (1205), de Beilne (1256), in Beylen (1292) to Beylen (1331), van Beylen (1335) en Beylen (1339); ook de Franse kaart van Drenthe (1811-13) geeft Beylen aan. Ooit opgevat als Bijllo: uitgehouwen plaats in het bos; eerder valt te denken aan bele, bei, beile: zwelling, buil, heuvel(landschap) en/of bagil: moeras.
Hoofdplaats van het Beiler dingspil, één van de zes dingspillen, tevens parochies in Drenthe.
De huidige hervormde Stefanuskerk was eertijds een zgn. eigenkerk van de bisschop van Utrecht. Toren en koor dateren uit de 15de eeuw, het schip uit de 16de eeuw. De kerk werd in 1937-1938 gerestaureerd; bij deze restauratie werden de kruisribgewelven gerestaureerd. Van het oude meubilair is niets bewaard gebleven. Het orgel dat hier in 1840 werd geplaatst, is afkomstig uit de Broerkerk te Groningen.
De hof van Beilen behoorde in 1331 aan de heer van Borculo. In de kerk werden in de Middeleeuwen vergaderingen van de landsdag, zowel de regelmatige als de bijzondere, gehouden naast die op de Bisschopsberg, in het Grollerholt en te Hulsvoorde.
In de 18de eeuw werd Beilen een pleisterplaats op de route Groningen-Meppel en groeide uit tot een dorp met veel kleine boeren en neringdoenden. Op 8 augustus 1820 is het dorp vrijwel geheel afgebrand; alleen de kerk, de school en veertien huizen bleven staan. Door rijkssteun, giften en inzamelingen is het weer herbouwd. Beilen heeft door haar centrale ligging in Drenthe op een kruispunt van wegen een goede economische uitgangspositie. Hierdoor was Beilen een zeer geschikte marktplaats .De Beiler veemarkt trok veel vee en bezoekers. Van jaarmarkt werd Beilen een weekmarkt met in 1800 tot 1880 veel schapen en na 1880 een enorme uitbreiding van de handel in varkens (export naar Engeland) en rundvee. Zij vervulde hiermee een regionale functie en was een van de belangrijkste biggenmarkten.
In 1842 ontstond er een gemeente van Afgescheidenen; in 1847 ging een aantal van hen onder leiding van ds. A.C. van Raalte naar Amerika. In 1870 kende Beilen een Joodse Gemeente. De huidige katholieke Willibrordkerk werd in 1835 gebouwd als gereformeerde kerk. In 1952 wordt gemeld dat er te Beilen al een kleine rooms-katholieke parochie bestaat, maar dat ze nog geen eigen kerkgebouw heeft. Dat kreeg zij in 1956 door aankoop van de gereformeerde kerk.
In de periode 1850-1940 maakte het dorp een sterke groei door, vooral na de aanleg van de spoorlijn Groningen-Zwolle (1870). In 1922 werd de psychiatrische inrichting Beileroord gesticht. In 1924 werd Dr. Westerterp als eerste directeur benoemd. In 1927 had men 177 verpleegden van wie 139 bij gezinnen in en rond Beilen waren ondergebracht. Beileroord heeft zich na de Tweede Wereldoorlog sterk uitgebreid, en is later gefuseerd met andere zorginstellingen. Het is nu als GGZ-Drenthe een van de grootste werkgevers in Beilen.
Omstreeks 1895 werd de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Beilen opgericht. Deze fuseerde in 1948 met de DOMO. In 1938 was DOMO als een samenwerkingsverband van alle Drentse zuivelfabrieken opgericht om de overtollige ondermelk van deze fabrieken te verwerken en op de markt te brengen. Tot 1962 werden daar vier poedertorens voor gebouwd en de producten werden naar 45 landen geëxporteerd. Na een aantal fusies de laatste jaren maakt de DOMO waarvan de oude naam weer in ere is hersteld deel uit van de zuivelreus Friesland Foods-Campina. Als producent van babymelk met veel export naar China werd de productie verdubbeld, evenals de werkgelegenheid. Ten zuiden van Beilen ligt het natuurgebied Terhorsterzand. In 1955 werd er bij Beilen een belangrijke goudvondst gedaan. Een armband, halsringen en 22 Romeinse gouden munten van omstreeks het jaar 400 werden bij graafwerkzaamheden gevonden, de rijkste schat van Drentse bodem. De vondst is in het Drents museum te bezichtigen.